Alcohol: Werking en effecten
De effecten van alcohol kunnen per persoon en per moment verschillen. De omgeving waarin wordt gedronken en persoonlijke eigenschappen, zoals eerdere ervaring met alcohol, of je hebt gegeten, je gezondheid en in wat voor bui je bent beïnvloeden namelijk wat voor effecten alcohol heeft.
- 1-3 glazen (0 – 0,5 promille): Ontspannen – ontremd – vrolijk
De hartslag en ademhaling versnellen. Er ontstaat een warm gevoel. Smaak, reuk en gezichtsvermogen gaan achteruit. De
eetlust neemt toe en men moet vaker plassen. - 3-7 glazen (0,5 tot 1,5 promille): Aangeschoten – tipsy
Stemming en gedrag veranderen duidelijk. Zelfoverschatting kan optreden. Geheugen, reactiesnelheid en coördinatie verminderen en het beoordelen van situaties gaat moeilijker. - 7-15 glazen (1,5 tot 3 promille): Zat – dronken
Alle eerder genoemde effecten versterken. Men gaat zich overdreven emotioneel gedragen en zelfkritiek verdwijnt. Er ontstaat een rood opgezwollen gezicht en de pupillen kunnen vergroten. Misselijkheid en braken. - 15-20 glazen (3 tot 4 promille): Laveloos
Zintuigen verdoven en warrig en afwezig; wat men hoort en ziet dringt nauwelijks door. - 20-25+ glazen (4 promille en hoger): Knock-out
Ademhaling en polsslag vertragen zo sterk dat men in coma kan raken en zelfs doodgaan: de ademhaling stopt of men krijgt een hartstilstand.
De informatie over de effecten van alcohol geldt voor mensen die gewend zijn om te drinken. Mensen die niet regelmatig drinken, ouderen én jongeren, kunnen al bij veel minder glazen een sterker effect hebben.
Heb je gevonden wat je zocht?
JaNee