Ik wil niet dat mijn kind gaat blowen. Wat kan ik doen?
Je wilt als ouder vaak niet dat een kind gaat blowen (roken van wiet of hasj). Maar soms komen jongeren in aanraking met cannabis. Dit kan voor ouders een spannende gedachte zijn. Het is belangrijk om rustig en open te praten over het gebruik van alcohol of andere drugs.
Hoe weet ik of mijn kind blowt?
Als een kind wiet of hasj rookt kan dit zorgen voor signalen. Zo kan een kind zich meer terugtrekken en kunnen cijfers slechter worden. Ook kunnen rode ogen en moe zijn duiden op blowen. Het probleem is dat deze signalen ook heel makkelijk door andere dingen veroorzaakt kunnen worden. Zoals de puberteit, slecht slapen of psychische problemen. De enige die zeker weet of je kind drugs gebruikt is het kind. Een gesprek is daarom belangrijk.
Hoe voer je een gesprek over wiet en hasj?
Voordat een ouder een gesprek met een kind voert over blowen, is het goed voor een ouder om zich te informeren over cannabis. Zo kan de ouder onderbouwen waarom het (voorlopig nog) geen goed idee is om het te proberen. Blowen op jonge leeftijd kan verschillende problemen veroorzaken. Zo kan cannabis de ontwikkeling van het brein verstoren. Ook wordt de kans op verslaving groter als iemand jong begint.
Het werkt goed om een open en geïnteresseerde houding te hebben. Probeer niet gelijk te verbieden of te dreigen met straf, maar vraag “gebruik jij of je vrienden weleens wiet?”. De kans is groter dat een kind eerlijk is als ze zich niet bedreigd voelen. Vraag ook wat het kind prettig of onprettig vindt aan blowen.
Een gesprek voeren werkt beter als er geen haast is. Een rustig moment thuis werkt vaak het beste. Een kind kan direct in de verdediging schieten of boos worden. Het is dat ook mogelijk om voor te stellen het gesprek later verder te voeren.
> Lees hier meer tips over hoe je als ouder het gesprek kan starten over cannabis (jellinek.nl)
Als een kind blowt, wat doe je dan?
Als uit het gesprek blijkt dat je zoon of dochter blowt kan dat schrikken zijn. Je kunt als ouder ook eerlijk zijn over je gevoel rondom het gebruik. Uit het als je het eng vindt of als je je zorgen maakt.
Misschien wil je het wel verbieden. Maar we weten dat verbieden vaak geen zin heeft. Wat wel werkt is het volgende:
Als een kind één of twee keer geblowd heeft
Gebruik zo lang mogelijk uitstellen is verstandig. Dit is na één of twee keer experimenteren nog een mogelijkheid. Ga het gesprek aan. Benoem dat je het experimenteren kunt begrijpen, maar dat het verstandig is om nog even te wachten tot het kind wat ouder is. Je kunt bijvoorbeeld afspreken pas te blowen vanaf 18 jaar.
Als een kind al vaker heeft geblowd
Een kind kan al aardig wat ervaring hebben met cannabis. De kans is groot dat de behoefte om te experimenteren niet weggaat als je het als ouder verbiedt. De kans is wel groot dat verbieden ervoor zorgt dat het kind gaat liegen over het gebruik.
In deze situatie is het goed om je te uitten als ouder over hoe je denkt over zijn of haar gebruik. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: “we keuren je gebruik niet goed, je bent echt nog te jong en je hersenen zijn nog in de groei. Wel is het fijn dat je open bent. Laten we samen afspraken maken.” Afspraken maken werkt namelijk. Betrek het kind bij deze afspraken, dan is de kans groter dat hij of zij zich hieraan houdt. Voorbeelden van afspraken zijn: niet thuis blowen, niet doordeweeks blowen en niet blowen voordat het huiswerk gedaan is. Je kunt ook afspraken maken over dat hij of zij eerlijk moet zijn over zijn gebruik.